Informatie over de richting
Er wordt verder gebouwd op de leerstof uit het basisonderwijs. Je zal dan ook heel wat vakken herkennen van de lagere school.
In dit 1e leerjaar A ligt de nadruk zoveel mogelijk op een brede basisvorming voor iedereen. Het is de bedoeling dat alle leerlingen een basiskennis hebben van Nederlands en wiskunde. Er wordt ook meer aandacht besteed aan het financieel-economische, het digitale en aan burgerschap.
Het tempo in de klas ligt hoger dan in de basisschool en er wordt van jou een grotere zelfstandigheid verwacht.
Binnen de basisvorming streeft men verschillende doelen na:
- Basisgeletterdheid: dit zijn minimumvereisten voor basiscompetenties, zoals wiskundige en digitale geletterdheid en Nederlands, te bereiken door elke individuele leerling op het einde van de eerste graad (A en B).
- Minimumdoelen: deze doelen moeten door de meeste leerlingen behaald worden tegen het einde van de 1e graad.
- Uitbreidingsdoelen: dit zijn onderwijsdoelen die een groter abstractieniveau hebben, of een hogere moeilijkheidsgraad, en door zoveel mogelijk leerlingen behaald worden.
Het differentiatiegedeelte/keuzegedeelte heeft de bedoeling om te remediëren en te verdiepen.
- Remediëren: als de basisvorming onvoldoende verworven is, kan je een gedeelte van de tijd gebruiken om jezelf te versterken in de leerstof.
- Verdiepen/verbreden:Je doet meer kennis en vaardigheden op in 1 of meer onderdelen van de algemene vorming of je verdiept je meer in klassieke talen (Latijn en/of Grieks).
Remediëring van de algemene vorming kan zowel op vraag van de leerling als opgelegd door de klassenraad en dit zowel tijdens als op het einde van het schooljaar.
Lessentabel
Geschiedenis | 1 |
Levensbeschouwing | 2 |
LO | 2 |
Mens- en samenleving | 2 |
Engels | 1 |
Frans | 4 |
Nederlands | 4 |
Wiskunde | 4 |
Artistieke Vorming | 2 |
Wetenschap en techniek | 6 |
Latijn | 4 |