5 Wiskunde – Wetenschappen

Informatie over de richting

Deze studierichting bestaat uit twee gebonden componenten: Wetenschappen en wiskunde.
Deze geven de klemtonen van de studierichting aan.
Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) hebben een uitgesproken doorstromingsfunctie.
Dit wil zeggen dat ze enkel en alleen willen voorbereiden op verder studeren in het hoger onderwijs.
De verdere uitwegen in het hoger onderwijs na deze studierichting zijn zeer ruim.
Er zijn geen beperkingen.

Het ASO bereidt je niet voor om direct te gaan werken na het beëindigen van je secundaire studies.
De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.
De component Wetenschappen omvat vakken als biologie, chemie, fysica en aardrijkskunde. Hier wordt tijd en aandacht besteed aan het verzamelen van empirisch feitenmateriaal en aan de inzichtelijke verwerking ervan. Het verzamelen van feitenmateriaal gebeurt onder diverse vormen: experimentele waarneming in het schoollabo, veldwerk, audiovisueel materiaal, gegevens opzoeken in tabellenboeken en andere naslagwerken. Je wordt geoefend in het kritisch analyseren en evalueren van dit feitenmateriaal.

In de derde graad kan de 6u-cursus Wiskunde – via het complementair gedeelte – nog aangevuld worden met 2u latijn of economie. In deze studierichting klimt het onderwijs in de wiskunde naar een vrij hoog niveau van algemeenheid en abstractie.
Dit gebeurt via de deelvakken algebra, meetkunde, analyse, statistiek en kansrekening.

Ook in deze richting neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in.
De aandacht gaat naar het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal en de kennismaking met anderstalige literatuur.
Accenten liggen op het ontwikkelen van:

  • communicatieve en creatieve competenties in het Nederlands en moderne vreemde talen (b.v. leesstrategieën toepassen, literaire smaak ontwikkelen, …);
  • competentie op vlak van taalbeschouwing (analyseren van en reflectie over taalstructuren, communicatie, taalfenomenen, …);
  • interculturele competenties (literair, filosofisch en historisch bestuderen van culturele achtergronden, culturele diversiteit onderkennen en respecteren).

Bron

Lessentabel

 

Vakken Aantal lesuren
Aardrijkskunde 1
Biologie 1
Chemie 2
Frans 3
Engels 2
Fysica 2
LO 2
Geschiedenis 2
Nederlands 4
Levensbeschouwing 2
Wiskunde 6
Seminarie (Latijn of Economie) 2
FEV 1
Complementaire uren 2
Totaal 32